4 Ik zie jou komen
Hier is opa Harrie aan het woord, de vader van Rosa. Toen jij geboren werd, was ik 66 jaar. Jij bent twee weken geleden geboren. Wat een heerlijk vooruitzicht nog steeds dat je erbij bent gekomen. Jij zult heel veel mensen leren kennen. Ons ook. Maar wie is die opa Harrie, waar komt hij vandaan, wat is dat voor iemand, wat doet hij en wil hij graag?
Nou, ik ben dus in 1956 geboren in Hengelo (O), dat ligt in het oosten van het land. Ik ben in een klein huisje aan de Breemarsweg opgegroeid. Mijn lieve vader werkte vijftig jaar voor de fabriek Stork en mijn rustige moeder was huisvrouw, zoals zoveel moeders in de tijd. Zelf heb ik twee oudere zussen (Gonny en Joke die met André en Henk samenwonen). Ik kom uit een hele andere tijd dan waarin jij opgroeit. Ik had op de kleuterschool les van nonnen en daarna ben ik naar een basisschool met alleen maar jongens gegaan. Dat had je toen nog. Als klein jochie, en dat kun jij je nu ook niet meer goed voorstellen, heb ik heel vaak de melkboer geholpen die met z’n paard en kar de melk bij mensen thuis rondbracht.
Ikzelf vond naar school gaan altijd heel leuk en hield van leren. Na de basisschool heb ik op een heerlijke school van voortgezet onderwijs gezeten. Toen had ik veel vrienden en vriendinnen, voetbalde veel, ontdekte Amerikaanse muziek waar ik gek op werd en las veel boeken waar ik het dan weer met die vrienden en vriendinnen over had. Na de middelbare school heb ik in Utrecht sociologie en in Groningen pedagogiek en onderwijskunde gestudeerd. Sinds die tijd heb ik mij altijd met ontwikkeling van kinderen en jongeren beziggehouden. Daar heb ik werk van gemaakt en nu ik pensioen heb interesseert mij dat nog steeds. Maar wees niet bang, praktisch weet ik er niet zo veel van en doe maar wat.
In Groningen heb ik Ineke ontmoet. Wij zijn in Amsterdam gaan wonen. Eerst woonden wij bij het Vondelpark waar jouw moeder is geboren. Kort daarna zijn we naar Amsterdam-Noord verhuisd waar we al dertig jaar op het water wonen. Op die woonboot is Sal geboren.
Toen Rosa werd geboren, zei mijn vader: ik hoop dat ik haar volwassen zie worden. Lieve schat, nu verheug ík mij er op jou te zien groeien de komende jaren. Je hebt heerlijke ouders om bij op te groeien, je komt in een mooi en groot huis terecht. Oma’s, opa’s, tantes en broers wonen allemaal redelijk in de buurt. Bij een ieder van hen ben je altijd welkom, dat weet ik zeker. Ook hier op de woonboot (bij oma Ineke en opa Harrie, ik moet nog wat wennen aan de eretitel) ben jij altijd meer dan welkom. Dan kun je met ons aan de waterkant zitten, in de tuin spelen en leren we jou hier op het pad fietsen. We zullen je verhalen voorlezen en er wordt hier vast veel geknutseld en getekend. Wij zullen rondrijden op de fiets in de buurt en lekker gaan zwemmen. En er komt een tijd dat je hier zelf naar toe fietst. Ik kan niet wachten op dat alles.
Ik zie jou komen en zeg jou doei,
Jarenlang volg ik de groei
met wat hulp, soms een snoei.
Je kijkt om je heen en denkt soms oei.
Maar alles in volle bloei.
Voordat jij op jouw beurt zegt: doei.